GEO VERBANCK |
---|
Bij het begin van de Eerste Wereldoorlog verdween het metalen geld snel uit omloop. Iedereen hoedde zich er immers voor de goud- en zilverstukken die hij bezat, uit te geven, en zelfs de munten in nikkel, brons en koper kwamen niet meer in circulatie, omdat zij konden worden omgesmolten tot oorlogsmaterieel. Ook bankbiljetten werden schaars, omdat ze massaal werden ingewisseld. Om aan die muntinkrimping het hoofd te bieden, gaven meer dan 600 gemeentebesturen “noodgeld” (“monnaies de nécessité”) uit, dat slechts gangbaar was op het grondgebied van de gemeente die ze emitteerde. Gent was de stad waar het meeste van dergelijk geld werd uitgebracht. Er waren briefjes van 50 centimes, 2 frank, 5 frank, 20 frank en 100 frank. Kunstenaars als Armand Heins en Karel Van Belle werden aangezocht om ze te tekenen. Behalve briefjes, werden ook muntstukjes geslagen. Ook daarvoor werden ontwerpen aan kunstenaars gevraagd : Geo Verbanck, Oscar Sinia, Hippolyte Leroy en Leon Geeraert. De kartonnen stukjes van 10 en van 25 centimes werden door René De Cramer getekend.
De gemeenteraad besprak in de zitting van 29 maart 1915 een voorstel van Leon Geeraert om muntstukken te laten slaan, omdat die minder onderhevig waren aan sleet dan biljetten en moeilijker te vervalsen waren. Zijn brief luidde als volgt (de originele schrijfwijze werd in deze transcriptie aangehouden) :
“21 mars 1915.
Au collège des Bourgemestre et Echevins de la ville de Gand.
Messieurs,
Ayant appris la nouvelle émission que vs comptez faire de billets monétaires j'ai l'honneur de vous soumettre la proposition suivante infiniment supérieure à tous points de vue aux billets actuellement en cours. Il s'agirait de pièces de monnaies en métal dur (fer chromé) et bronzé mécaniquement ce qui empêche la rouille. Ces pièces sont inimitables vu la pression (20 000 kilos) qui est nécessaire pr la frappe. Le cuivre vû la cherté et les réquisitions actuelles de ce métal ne permettrait pas son emploi. Ces pièces ayant d'un côté l'effigie des armes ou les emblêmes de la ville et au verso le chiffre indiquant la valeur ne coûteraient que le même prix qu'une émission de papier. Me basant donc sur une émission de 400 000 pièces (0,50 – 1. – 2. – 5 fr) ne reviendraient qu'à 13 fr. le mille. Une quantité plus grande de pièces me permettrait une réduction importante. Si cette proposition aurait l'avantage de vous intéresser je suis à votre entière disposition pour vous donner les explications que vs désireriez obtenir.
Agréez Messieurs, l'assurance de ma parfaite considération.
L.G.
N.B. Dans les prix donnés sont compris les frais de poinçons et de matrices nécessaires.”
De gemeenteraad keurde tijdens de zitting van 19 april 1915 de aanmaak van muntstukken in gekleurd ijzer goed en sprak daarvoor de beeldhouwers Geo Verbanck en Oscar Sinia aan. Verbanck kreeg de ontwerpen voor stukken van 50 centimes, 1 en 2 frank toegewezen, Sinia dat voor het stuk van 5 frank. De eerste drie stukken werden besteld in een oplage van respectievelijk 500 000, 500 000 en 250 000 exemplaren. Het voorziene gebronsd ijzer werd, wegens leveringsproblemen, vervangen door een trimetaal : ijzer bekleed met messing aan de ene zijde, en met koper aan de andere. De muntjes van 50 centimes kwamen eind juli 1915 in omloop. Er werden er uiteindelijk 512 773 van geslagen. De muntjes van 2 frank kwamen in oktober van dat jaar van de pers in een oplage van 313 709 exemplaren. Technische problemen maakten dat er geen matrijzen voor vierkante 1 frank-stukken konden worden gemaakt. Daarom stelde Geeraerts een rond muntstuk voor, wat aanvaard werd door de gemeenteraad. De eerste stukken kwamen in december 1915 in omloop. Het slaan van ronde munten was evenwel schadelijker dan het slaan van vierkante stukken, zodat de oplage van de 1 frank-stukken werd teruggebracht tot 370 186 exemplaren.
50 centimes
Vz. Gentse heraldische leeuw in een dubbele cirkel met tekst : · STAD = GENT · VILLE DE GAND ·
Kz. In een cirkel grote 50, eronder CEN, erboven 1915. Randschrift : · UITBETAALBAAR · OP 1 JANUARIJ 1917 · REMBOURSABLE · LE 1 JANVIER 1917 ·
Effen rand
Vz. messing; kz. koper – 16 mm x 16 mm – muntslag
1 frank
Vz. Gentse heraldische leeuw in dubbele cirkel met tekst : · STAD = GENT · VILLE DE GAND ·
Kz. In dubbele cirkel met kralenketting, grote 1 FR met ervoor 1915. Randschrift : = 1 · 1 · 1919 = REMBOURSABLE = UITBETAALBAAR
Effen rand
Vz. messing; kz. koper – 24 mm – muntslag
Er werd eveneens een vierkant stuk van 1 frank gemaakt, 20 mm x 20 mm , uitbetaalbaar op 1 januari 1917. Dit stuk werd naar verluidt nooit als betaalmiddel in omloop gebracht maar werd vanaf 1 februari 1920 als jeton voor weldadigheidsdoeleinden aan 3 frank verkocht.
2 frank
Vz. Gentse heraldische leeuw in een dubbele cirkel met tekst : · STAD = GENT · VILLE DE GAND ·
Kz. In een cirkel grote 2 FR met ervoor 1915. Randschrift : · UITBETAALBAAR · OP 1 JANUARIJ 1918 · REMBOURSABLE · LE 1 JANVIER 1918 ·
Effen rand
Vz. messing; kz. koper – 24,5 mm x 24,5 mm – medailleslag
LADRIERE R., Beknopte muntengeschiedenis der Stad Gent, Gent, 1933, blz. 45-51.
KRAUSE C., IOLA C., Standard Catalog of World Coins, Wisconsin, 1977, blz. 144.
Gent-West-Muntcentrale-vzw, Gentse munten door de eeuwen heen, Gent, 1983, blz. 44-49.
PHILIPPEN J., Luister van de Belgische Munten. Historisch overzicht van 150 jaar numismatiek, Tielt-Amsterdam, 1989, blz. 75, 155-157.
DESPRETZ A., Zelfgemaakt geld. De uitgifte van gemeentelijk noodgeld, in : “Gent en de Eerste Wereldoorlog. Het stadsleven in de jaren 1914- 1918” , Gent, 1991, blz. 93-97.
Persoonlijk archief Paul Geeraert, Gent.
Modellen voor de noodmunten uit de Eerste Wereldoorlog
Op 22 april 2006 werden bij "Fleur de Coin" in Gent vier gipsen plaketten van de hand van Geo Verbanck geveild, die gediend hebben als model voor het vervaardigen van noodmunten tijdens de Eerste Wereldoorlog. Het zijn vierkante plaketten, 185 mm x 185 mm , met afgeronde hoeken, die gediend hebben om munten van 50 centimes, 1 en 2 frank te slaan. Men leze daarover onze tekst in de rubriek werken/munten .
Wanneer we deze gipsen modellen vergelijken met de ons bekende muntjes, vallen ons enkele zaken op:
- de muntjes van 50 centimes komen volledig overeen met de geveilde modellen.
- de muntjes van 1 frank (naar verluidt nooit als betaalmiddel gebruikt, maar voor weldadigheidsdoeleinden verkocht) vermelden als uitbetaaljaar 1918, terwijl het gipsen model 1917 vermeldt. Ook in de stijl van de letters en cijfers zijn verschillen merkbaar tussen muntstukje en gipsen model. Een ander klein verschilletje is te zien onder de letter R van FR: op het model komen twee puntjes voor, op het muntstukje een streepje.
- de muntjes van 2 frank zijn uitbetaalbaar in 1918, terwijl het gipsen model het jaartal 1917 vermeldt.
Deze gipsen modellen hebben zonder twijfel gediend om door Leon Geeraert in brons gegoten te worden, want ze zijn identiek.
Die bronzen exemplaren hebben we tentoongesteld op de retrospectieve van september-oktober 1995 in het Provinciehuis te Gent en op de speciale tentoonstelling over de kunstmedailles van Geo Verbanck in september 2003 in Galerij Sint-John te Gent.
Blijkbaar werd enkel het model van het muntstukje van 50 centimes ongewijzigd gebruikt. Die van de stukken van 1 en 2 frank ondergingen duidelijk kleine wijzigingen vooraleer ze de reduceerbank bereikten om uiteindelijk geslagen te worden.
In september 2003 publiceerden wij de catalogus van de kunstmedailles van Geo Verbanck (DEMEY A., Geo Verbanck (1881-1961), medailles, 2003). Wij voegden er toen een hoofdstuk aan toe over de noodmunten uit de Eerste Wereldoorlog én over de Belgische munt van 1937 (blz. 81).
Aan de hand van een dossier uit het archief van de Koninklijke Munt van België wisten wij dat Geo Verbanck in 1937 had deelgenomen aan een beperkte wedstrijd van de Koninklijke Munt.
Het door hem ontworpen muntstuk van 5 frank was ons toen bekend, en wij beeldden het af. De ontwerpen voor andere munten hadden we niet kunnen opsporen.
Belgische munt 5 frank
Vz. Klauwende Belgische leeuw met het jaartal 1937, het geheel binnen een parellijst aan de binnenzijde van de opstaande muntrand (parellistel).
Kz. Centrale korenaar op siermotief met aanduiding van de munteenheid : 5 (links) F r (rechts). Klimmend : BELGIQUE. Dalend : BELGIE.
In 2006 verscheen deel II van De Belgische Frank,1832-2002. Diverse staatsbetaalmiddelen, van de hand van Didier Vanoverbeek en uitgegeven door de Koninklijke Munt van België.
In 1937 werd door de Koninklijke Munt een beperkte wedstrijd uitgeschreven voor nieuwe munten. Er werden ontwerpen gevraagd voor drie reeksen : 5, 10 en 25 centimes, 50 centimes en 1 en 5 frank, 20 en 50 frank. Twaalf kunstenaars deden mee : Karel Aubroeck, Armand Bonnetain, Oscar Jespers, Alphonse Mauquoy, Georges Petit, Marcel Rau, Pierre Theunis, Geo Verbanck, Paul Wissaert, Ernest Wynants, Charles Samuel en Adolphe Wansart.
De eerste tien zonden ontwerpen in voor de drie reeksen; Samuel en Wansart enkel voor het stuk van 50 frank.
Oscar Jespers mocht de eerste reeks uitwerken, Ernest Wynants de tweede reeks (het stuk van 50 centimes werd niet uitgegeven) en Marcel Rau het stuk van 50 frank.
Geo Verbanck zond ontwerpen in voor het stuk van 25 centimes, 5 frank en 50 frank. Die staan afgebeeld in het werk van Didier Vanoverbeek.
Met toelating van de uitgever reproduceren wij ze hier.
Belgische munt 25 centimes
Vz. Centraal doorboord muntstuk met omlopende parellijst aan de binnenzijde van de opstaande muntrand. Links van de opening de letter L en rechts ervan het Romeinse cijfer III. Erboven de koninklijke kroon (= koning Leopold III).
Links, verticaal dalend: BELGIE
Rechts, verticaal klimmend: BELGIQUE
Kz. Onder de centrale opening een gevleugelde helm van Mercurius (god van de handel).
In het midden het jaartal: 19 (links) 37 (rechts).
Boven de centrale opening de munteenheid: 25 c
Belgische munt 50 frank
Vz. Naar links gekeerd hoofd van koning Leopold III. Achter de nek, het jaartal 1937.
Kz. Naar links geknielde en naar rechtskijkende Mercurius met gevleugelde helm en voeten.
In zijn rechterarm een caduceus.
Links klimmend: BELGIQUE – BELGIE
Rechts aanduiding van de munteenheid: 50 Fr
Mercurius (in het Grieks Hermes) is volgens de Romeinse mythologie de god van onder meer de handel. Zijn naam is afgeleid van het Latijnse mercari, handel drijven. Een afbeelding van deze mythologische figuur op een muntstuk is dus zeker toepasselijk.
Als boodschapper van de goden draagt hij een herautenstaf (caduceus) en vleugels aan zijn helm en aan zijn sandalen om snel vooruit te raken. De slangen die zich omheen de staf slingeren symboliseren de tegenstelling tussen goed en kwaad.
DE LOMBAERT S., Het medaille-oeuvre van Adolphe Wansart, Flash Medailles, speciaal nummer, Brussel, 2002.
Koninklijke Munt van België, dossier 604/7.
© Anthony Demey, Stichting Geo Verbanck, 09/02/2015.