Karel HAUTMAN


Carolus Ludovicus Hautman werd in Denderhoutem geboren op 21 juli 1874. Hij was de jongste zoon van Joannes-Baptiste Hautman (°Denderhoutem 30.09.1821-†Denderhoutem 25.05.1890) en van Maria-Catherina Elskens (°Denderhoutem 21.03.1833-†Denderhoutem 15.02.1922). Het echtpaar kreeg negen kinderen, waarvan minstens één al na enkele weken verleed.
Karel werd politieagent in Ninove. Hij huwde op 9 september 1905 met Clara De Winne (°Ninove 25.05.1887) en woonde op de Aalstsesteenweg . Hij overleed in actieve dienst op 11 maart 1910 en liet een vierjarig dochtertje na, Ivona Catharina (°Ninove 31.03.1906), terwijl zijn echtgenote zwanger was van een tweede kind.
Over de navrante omstandigheden van zijn dood stond heel wat te lezen in de toenmalige lokale pers. De Denderbode bracht op 17 maart 1910 een uitvoerig verslag over de moord op Karel Hautman. Toen Hautman vrijdagavond omstreeks 20.30u aan de stadsschool in de Geraardbergsestraat te Ninove van dienst was, merkte hij "een persoon van verdacht uiterlijk" op, die in de buurt van de school rondhing. Wanneer hij hem wilde naderen, vluchtte de verdachte in de richting van de spoorweg en wanneer de politieman zijn identiteit wilde controleren, vuurde deze twee schoten af en verdween ijlings. Hautman "kreeg eenen kogel door het hart en viel achterover tegen de afsluiting der spoorbaan, zoodat zijn kepi op de baan rolde." Het verslag in de Denderbode vervolgt aldus: "Op het gerucht der revolverschoten en het hulpgeroep van den handelsreiziger (die Karel Hautman in zijn achtervolging had vergezeld, red.) kwamen geburen buiten. Men zette het slachtoffer recht, terwijl iemand om dokter Maes liep. Deze kwam onmiddelijk ter plaats, doch zijne hulp kon niet baten. Het slachtoffer was op den slag dood geweest. De policiekommissaris op de hoogte gebracht van het akelige voorval, kwam bij en deed het lijk naar het doodenhuis in de Burchtstraat overbrengen. Eene talrijke ingetogene menigte volgde de lijkbaar. Men had intusschen met alle voorzorg de vrouw van Hautman verwittigd. De ongelukkige barstte in wanhopig snikken los. Zaterdag morgend werd het parket van Oudenaarde verwittigd en 's namiddags kwam het rond 3 ure ter plaats. Aan de statie en op den weg naar het gasthuis stond eene groote menigte. Na het lijk gegroet te hebben gingen de gerechtsdienaars op de plaats der misdaad de noodige vaststellingen doen. De handelsreiziger werd ondervraagd over den geheimzinnigen moordenaar. Deze was gekleed met grijzen overjas, donkere broek, bottienen en droeg eene jockey-klak. [...] Het signalement van den geheimzinnigen moordenaar werd in alle richtingen gestuurd. Uit Geraardsbergen vernam men weldra dat aldaar met den eersten trein naar Brussel, een persoon vertrokken was wiens signalement goed overeenkwam met dat van den moordenaar. Zaterdag morgend toen de trein te 8,27 ure te Brussel toekwam zag de agent Quinet een persoon die aan 't signalement, hem juist gegeven, beantwoordde. Hij bracht de man naar het policiekommissariaat der Kruisvaartstraat. Daar wilde hij op de vragen, die de policiekommissaris Glory hem stelde, niet antwoorden. Men taste hem af en vond op hem eenen revolver waarvan twee kogels afgeschoten waren. In zijne zakken zaten ook verscheidene afdruksels van sleutels en een koepon: terug Ninove-Brussel. Dan zegde de kerel dat hij niets gedaan had. Het is een zekere August Van den Perre, 45 jaar oud, gekend als gevaarlijke kwaaddoener. Hij woont te Anderlecht in de Habermanstraat. Hij is in verzekerden bewaring naar het gevang van St-Gillis gevoerd." Op 16 juli 1910 zou hij in een assisenproces veroordeeld worden tot eeuwigdurende dwangarbeid. Na details over de familiale toestand van Karel Hautman, vervolgt het verslag in de Denderbode met details over de begrafenis: "Maandag morgend hadden de lijkplechtigheden van den ongelukkigen agent Hautman plaats. De benedenzaal van het gemeentehuis was in rouwkapel herschapen. Eene overgroote menigte defileerde vóór het lijk. Rond 9 ure verliet de lijkstoet het gemeentehuis om zich naar St-Corneliuskerk te begeven. Het lijk werd gedragen door de kollegas van Hautman. De gemeenteraad volgde de familie. Talrijke afgevaardigden van policiekorpsen en gendarmeriën waren in den stoet. Op het kerkhof werd eene lijkrede gehouden door M. Van Impe, gemeenteraadslid, welke de aanwezigen diep ontroerde." Het kerkhof waarvan sprake lag toen tussen de huidige abdijkerk en de spoorweg. De gemeente zorgde voor een eeuwigdurende grondafstand en op het graf zou een gepast gedenkteken komen waarvoor een aanbesteding werd uitgeschreven. Er werd een inschrijvingslijst geopend om het monument te bekostigen, wat 1016,00 Bef opleverde. Volgens de Volksgazet van 25 september 1910 keurde de gemeenteraad de offerte van de heren Van Belle en Robert uit Ninove goed. Het grafmonument van 3 m hoog, 1 m breed en 2 m lang, uit te voeren in blauwe hardsteen van het Belgische Ecaussines was uitgetekend door architect Jules Van den Hende. Daarop zou een bronzen plaket komen met het wapen van de stad Ninove, uitgevoerd door Geo Verbanck. Het grafmonument werd op zondag 4 december 1910 plechtig ingehuldigd. Het gedetailleerde verloop van die inhuldiging kunnen we volgen in de Volksgazet van 11 december 1910. Een stoet met de fanfares van de stad, de gemeenteraadsleden en talrijke afvaardigingen van politiekorpsen van de omliggende steden en gemeenten begaf zich naar het kerkhof, waar schepen van openbare werken Behn, volksvertegenwoordiger P. Daens en de heer K. Roelandt, in naam van de stedelijke politie toespraken hielden. Die van de heer Behn werd integraal afgedrukt. Hij beschrijft de hardstenen grafzerk: "statig rijst de strenge arduinen zuil daar voor onze blikken op en roept ons de onwrikbare wilskracht te binnen van den kloeken hoogstaltigen man dien wij thans komen vereeren, terwijl rondom de bronzen plaat waarin de dankbare hulde onze gansche bevolking onuitwischbaar gebeiteld staat, zich de sierlijke kroon van klimop heenslingert, als zinnebeeld zijner onverwelkbare verkleefdheid aan zijn plicht, als zinnebeeld ook onzer diepe gehechtheid aan zijne gedachtenis." Daarna dankt de schepen de uitvoerders van het grafmonument: de bouwkundige Jules Van den Hende, de beeldhouwer Geo Verbanck, de heer A. Van Belle voor de levering van de natuursteen en de heer David Robert voor de uitvoering van de zerk.
In het begin van de jaren 1950 werd het kerkhof ontruimd. Sommige oude zerken werden overgebracht naar de nieuwe stedelijke begraafplaats aan de Denderhoutembaan. Het grafmonument van Karel Hautman was daar niet bij. In de hal van het Ninoofse politiecommissariaat hangt een bronzen plaket, die volledig beantwoordt aan de beschrijving die schepen Behn ervan gaf tijdens zijn toespraak op 4 december 1910.
De rechthoekige bronzen plaket met gebogen bovenzijde meet ... x ... en is gemonteerd op een houten plaat. In drie vakken komt de volgende tekst, in letters van ongelijke hoogte, voor: De Bevolking / van Ninove uit / Erkentenis aan // Karel HAUTMAN // Politie Agent / Laffelijk Vermoord / in 't Uitoefenen van / zijn Ambt / 1874 1910
Rond de onderste tekstvakken slingeren zich klimopranken, als groenblijvende plant het symbool van het voortdurende leven, de onsterfelijkheid. De plant hecht zich goed en verwijst daarom ook naar trouw en vriendschap. Klimop staat ook symbool voor het vasthouden van herinneringen. Onderaan in het midden prijkt het wapenschild van Ninove: gedeeld 1. een dubbelkoppige adelaar 2. een naar links klimmende leeuw. De stedenkroon met vijf torens in de top gaat schuil onder de klimopranken. In de rand onderaan zijn de volgende namen gegraveerd: (links) J.V.d.Hende Archit GAND, (rechts) G. Verbanck sc 1910. De "sc" staat voor "sculpsit", wat betekent: "heeft het gegraveerd". Jules Van den Hende was een Gents architect (1873-1943), die gestudeerd had en later ook professor werd aan de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten te Gent. In dezelfde periode als dit herdenkingsplaket ontwierp hij het Flandria Palace Hotel bij het Sint-Pietersstation in Gent, waarvoor Geo Verbanck beelden maakte. Daarna hebben beiden nog talrijke malen samengewerkt, onder andere aan herdenkingsmonumenten van de Eerste Wereldoorlog.

Bronnen: Den Denderbode, 17.03.1910, 20.03.1910, 21.07.1910; De Volksgazet 28.08.1910, 25.09.1910, 04.12.1910,11.12.1910; De Volksstem 06.04.1910,14.07.1910. Met dank aan de heer Dirk Van de Perre voor al de nuttige informatie en de foto's van de plaket, en aan mevrouw Bea Van den Brempt voor de genealogische gegevens van Karel Hautman.


© Anthony Demey Stichting Geo Verbanck, 03.04.2014