Kerkhof van Gentbrugge, graf 469.
Auguste Coppitters (de naam wordt soms ook Coppieters gespeld) werd in Berlare geboren op 29 november 1829. Hij huwde een eerste maal met Ida Nissens en na haar overlijden hertrouwde hij op 11 juli 1862 met Virginie Van de Weghe (Welden 14.04.1838 - Gent 04.03.1915), bij wie hij zes kinderen had, allen geboren in Berlare: Gustave Aloïs (06.09.1858), Hermina Sidonia (27.09.1863 - Gent 14.02.1916), Odila (21.01.1866 - Gent 30.12.1894), Tertille Renilde (31.08.1868 - Gent 06.04.1914), Irma Vitalie (18.08.1872 - Gent 23.12.1945), Romanie Modeste (01.12.1875 - Gent 26.12.1950).
Het hele gezin komt in Sint-Amandsberg wonen (zeker vóór 1887), waar vader en moeder herberg hielden aan de Dendermondsesteenweg nr. 106. Bij Auguste kon men volgens de vermelding in de "Dubbele Wegwijzer der Stad Gent en der Provincie Oost-Vlaanderen voor het jaar 1890" ook terecht om zijn uurwerk te laten herstellen.
Op 20 november 1890 nemen zij een herberg over aan de Onderstraat nr. 43 in Gent. Vooraleer de uitbatingvergunning af te leveren, wordt in Sint-Amandsberg geïnformeerd of de "kabaretoptredens" die in hun etablissement plaatshadden, wel eerbaar waren. Het antwoord was duidelijk : "Rien de défavorable en ce qui concerne cette famille. Elle tenait Chaussée de Termonde 106 un cabaret jouissant d'une bonne réputation qui ne devait pas fermer à minuit." Wellicht zal op dat ogenblik vooral moeder Virginie de herberg hebben opengehouden, want vader Auguste staat in de bevolkingsregisters niet enkel als herbergier ingeschreven, maar ook als magazijnier bij de "scheepsverzender van koopwaren" Terryn aan de Dok in Gent. Zoon Gustave was koordenmaker en de dochters waren allemaal kleermaaksters of mutsenmaaksters.
Begin januari 1897 verhuizen Auguste en Virginie, samen met hun drie ongehuwde dochters Tertille, Irma en Romanie, naar de Toekomststraat, vanwaar Irma later op het jaar naar Brussel vertrekt. Vier jaar later keert zij terug naar Gent als toneelspeelster. Dat werkt blijkbaar aanstekelijk op haar twee zussen, want in 1902 schrijft Romanie zich in aan het Conservatorium van Gent en bij de dood van vader August (Gent 24.09.1905) staat zij, en ook Tertille, ingeschreven als toneelspeelster / kleermaakster. Naar verluidt speelden zij bij de socialistische Multatulikring.
Romanie huwt in 1910, Irma in 1912. Tertille blijft ongehuwd bij haar moeder wonen en samen voeden zij de dochter Joanna Augusta (Ledeberg 15.12.1893 - Zaffelare 05.08.1964) van de jong overleden zus Odila op.
Tertille overlijdt op 6 april 1914 en krijgt haar laatste rustplaats op het kerkhof van Gentbrugge, waar een familiegraf wordt gebouwd. Op de stèle is een rechthoekige witmarmeren plaat aangebracht met het portret in bas-reliëf van een jonge vrouw, de opdracht "Aan Terthila" en de signatuur van Geo Verbanck.
Onder impuls van de Stichting werd het epitaaf van de familie Coppitters te Gentbrugge (nr. 469) in opdracht van de stad Gent gerestaureerd. Die restauratie werd uitgevoerd door Kunstatelier Thienpont Gerard uit Eke-Nazareth. Beeldhouwer Gerard Thienpont beeldhouwde een duplicaat van het portretpaneel van Terthilla Coppitters in witte marmer. Het oorspronkelijke portretpaneel is thans in bewaring bij de stad Gent. Met dank aan mevrouw Sofie Derom, dienst monumentenzorg stad Gent.
Gegevens onder meer uit de bevolkingsregisters van de Stad Gent, met dank aan de heer Philippe Debergh.
© Anthony Demey Stichting Geo Verbanck, 24.02.2007.